Van oervoeding hebben we allemaal wel eens gehoord. Het gezonde voedingspatroon wordt steeds populairder.
Maar hoe bewoog de oermens? En hoe krijgen we de oermens in onszelf weer in beweging?
Een actieve levensstijl
Onze verre voorouders waren geen marathonatleten. Ze renden niet vaker dan absoluut noodzakelijk. Die energie stopten ze liever in jagen en verzamelen. Wel hadden ze een heel actieve levensstijl. Te voet werden vaak flinke afstanden afgelegd, bijvoorbeeld om noten, zaden en knollen te verzamelen.
Rennen: jagen of vluchten?
Ook de jacht was intensief, maar niet omdat we achter onze prooi aanrenden. Vrijwel elk dier is sneller dan ons of verschuilt zich in een kudde. Gelukkig hadden we toen al een goed stel hersenen: samen dreven we onze prooi rustig naar een klif, waarna we het met zijn allen overmeesterden. Rennen deden we echt alleen om gevaar te ontvluchten. En dat hoefde gelukkig niet dagelijks.
Stevig wandelen is genoeg
Vertaald naar deze tijd: regelmatig rustig bewegen is voldoende. En dat moet toch prettig klinken – we hoeven helemaal niet met 10 kilometer per uur te rennen om gezond te zijn. Een stevig wandeltempo is genoeg. En dat kun je lang volhouden, kijk maar naar al die kinderen en ouderen die moeiteloos de wandelvierdaagse uitlopen.
Op eigen spierkracht
Wat we wél veel deden, was onze spierkracht gebruiken. Alles ging met de hand – van het slijpen van vuistbijlen tot het slachten van wild en het opbouwen van een kamp. Spieren hebben energie nodig en die halen ze uit vet. De grote spieropbouw zorgde ervoor dat overgewicht geen probleem was. Als je rustig een kwartier per dag met gewichten oefent, hoef je zeker niet bang te zijn dat je eruit gaat zien als een bodybuilder!
Ons lichaam is een prima gewicht
Je kunt gewichtheffen bij de sportschool, worstelen of aan judo doen. Maar ook thuis kun je aan de slag. Hoe minder barrières, hoe beter. Zelfs gewichten zijn niet onmisbaar. Pushups, situps, kniebuigingen: ze maken allemaal gebruik van ons lichaamsgewicht. Ook yoga is een prima middel om die spieren los te maken… Of juist éxtra kracht te geven. Heerlijk om de dag mee te beginnen of voor het slapengaan.
Verantwoord de grens opzoeken
Verleg je graag je grenzen? Af en toe tot het uiterste gaan kan geen kwaad; het maakt ons hart sterker en helpt ons stoom afblazen. Als je deze drie richtlijnen aanhoudt, zit je zeker goed.
1. Kun je niet meer praten? Dan ga je te snel.
Als je niet meer kunt praten, begin je buiten adem te raken. Dit treedt over het algemeen op wanneer je hartslag hoger ligt dan 80% van zijn maximale capaciteit. Je maximale hartslag is 220 minus je leeftijd. Stel: je bent 35 jaar oud. Dan is je maximale hartslag 185. Tachtig procent daarvan is 148. Als je hier niet overheen gaat werk je goed aan je gezondheid, zowel je hart als je algehele conditie.
2. Hoe graag doe je iets dat je niet leuk vindt?
ls een workout als werk gaat voelen, dan doen we het liever niet. Dat vreet aan de motivatie. Daarom stoppen ook zoveel overgemotiveerde mensen na een paar weken weer. Zorg voor plezier, deel het met anderen en geniet van je lichaam. Hou elkaar scherp en zorg voor aanmoediging. De enige verplichting is dat bewegen leuk moet zijn!
3. Als het meer energie kost dan het oplevert…
Van een goede, voedzame maaltijd krijgen we nooit een dip. Precies zo met lichaamsbeweging. Als we helemaal uitgeput zijn, moeten we eerst weer opladen voordat we verder kunnen. Doen we dat te vaak, dan voelen we ons juist váker moe. Begin rustig en bouw rustig op. Intervaltraining is ook een goed idee. Luister naar de oermens in jezelf: die weet precies hoe het moet!
Bron: Natura Foundation